Organisatiestructuur

De structuur van een organisatie heeft invloed op de kans dat seksueel overschrijdend gedrag (SGOG) kan ontstaan en voortbestaan. Hierbij spelen bijvoorbeeld een rol: de aard van het werk, de hiërarchische verhouding en de mate van diversiteit en inclusie. In een strategie voor cultuurverandering rond SGOG moet aandacht zijn voor de cultuur van de organisatie, de ondersteunende systemen, maar ook voor de organisatiestructuur. Die kan namelijk op verschillende manieren de sociale veiligheid op de werkvloer onder druk zetten.

Hier vind je welke risico’s in de organisatiestructuur bijdragen aan SGOG en hoe je die risico’s verkleint. Je vindt concrete maatregelen voor o.a. het beperken van machtsmisbruik, vergroten van inclusie, verbeteren van toezicht, én het aanpakken van werkdruk. Zo versterk je sociale veiligheid op een structureel niveau.

Met de Quickscan van deze tool kan je de organisatiestructuur van je organisatie toetsen.

Ongelijke macht en hiërarchie

Macht en hiërarchie binnen organisatiestructuren kunnen een risico vormen voor SGOG. Vooral in sterk hiërarchische organisaties of organisaties waar prominente individuen een dominante positie innemen. Mensen met veel macht kunnen bijvoorbeeld onterecht denken dat voor hen andere regels gelden, of niet ingrijpen bij SGOG uit angst voor hun eigen positie.

Je moet als organisatie en leidinggevende ethisch leiderschap tonen. Dit betekent zelf sociaal veilig handelen en dit ook uitdragen naar medewerkers. Maar ook voorbeeldgedrag vertonen, SGOG binnen de organisatie aankaarten en eventuele meldingen adequaat oppakken.

Als leidinggevenden zelf betrokken zijn bij SGOG, kan ethisch leiderschap in gevaar komen. Dit geldt vooral bij meldingen over personen die een invloedrijke positie hebben binnen de organisatie, zoals een directeur, salesmanager of hoogleraar. Daarom behandel je een melding altijd volgens een objectief en onafhankelijk proces, ongeacht de functie van de beschuldigde.

SGOG en machtsmisbruik vormen het grootste risico wanneer er binnen een organisatie een cultuur heerst die leidinggevenden beschermt of misstanden negeert. Dit risico is nog groter wanneer medewerkers grensoverschrijdend gedrag vertonen zonder dat dat consequenties heeft. Bijvoorbeeld vanwege hun prestaties of nauwe banden met leidinggevenden. Ook ontstaat er een onveilige situatie wanneer er binnen de top van de organisatie geen effectief toezicht op SGOG is. Met als gevolg dat misstanden onopgemerkt blijven of niet adequaat worden aangepakt.

Risicofactoren

Bepaalde organisatiestructuren verhogen het risico, zoals:

  • Sterk hiërarchische verhoudingen of een kleine groep met veel macht.
  • Gebrek aan toezicht en veel een-op-eeninteracties.
  • Informele macht binnen een organisatie. Denk aan medewerkers met een invloedrijk netwerk.

Maatregelen

Machtsrisico’s kun je beperken met de volgende maatregelen:

  • Verminder de hiërarchische structuur. Zo voorkom je machtsmisbruik. Bijvoorbeeld door medewerkers meer autonomie te geven in hun werk of de medezeggenschap te versterken.
  • Controleer leidinggevenden. Zodat medewerkers niet afhankelijk zijn van één leidinggevende.
  • Zet een duidelijke formele hiërarchie op. Zo beperk je negatieve informele machtsverschillen.
  • Beoordeel leidinggevenden op hun rol in de preventie en aanpak van SGOG.
  • Selecteer nieuwe leidinggevenden op hun kennis en houding tegenover SGOG.
  • Organiseer de opvolging van meldingen onafhankelijk van vaste managementprocessen.
  • Geef toezichthouders, zoals een raad van toezicht, een actieve rol in de sociale veiligheid door toezicht te houden op het beleid en de uitvoering daarvan. Zorg er daarnaast voor dat ze de juiste kennis hebben.
  • Benoem in de gedragscode dat deze voor iedereen geldt, ongeacht rang of functie.

Lees hier meer over in de volledige handreiking.

Lees verder

Onzekere posities en afhankelijkheid

Andere factoren die het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen een organisatie verhogen, zijn: onzekere posities en afhankelijkheid. Medewerkers die vrezen voor hun baan of positie voelen zich minder vrij om SGOG te melden of in te grijpen als omstander.

Risicofactoren

Dit zijn voorbeelden van risicofactoren binnen organisaties:

  • Personeel met onzekere dienstverbanden, uitzendkrachten, zzp’ers, stagiairs en medewerkers in opleiding.
  • Afhankelijkheid van anderen voor carrière of positie, bijvoorbeeld van een trainer of leidinggevende met veel invloed.
  • Gebrek aan ondersteunende structuren, zoals een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.

Maatregelen

Beperk risico’s met de volgende maatregelen:

  • Bied zoveel mogelijk contracten met zekerheid aan. Daarmee verminder je eventuele angst voor het doen van meldingen.
  • Voorkom het nemen van maatregelen tegen melders van SGOG met onzekere contracten.
  • Maak carrièrekansen minder afhankelijk van één persoon. Het is risicovol als één persoon kan bepalen hoeveel kansen je hebt in je carrière. Bijvoorbeeld als arts of artiest.
  • Zet structuren op voor sociale steun. Zoals een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, of neem een vertrouwenspersoon aan.

Deze maatregelen vergroten de sociale veiligheid. Ook kunnen ze helpen om seksueel grensoverschrijdend gedrag makkelijker bespreekbaar te maken.

Lees hier meer over in de volledige handreiking.

Lees verder

Risico’s die samenhangen met het beroep

Sommige beroepen brengen een verhoogd risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) met zich mee vanwege de aanwezigheid van fysiek contact. Denk aan beroepen in sectoren als de zorg, sport, theater en dans.

Risicofactoren

In de kunst- en cultuursector wordt het lichaam vaak als instrument gebruikt, wat specifieke risico’s met zich meebrengt. Intensieve interacties met anderen, zoals klanten, patiënten of publiek, kunnen een uitdaging vormen. Sommige beroepsgroepen werken daarnaast met risicovolle doelgroepen, zoals de politie en de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Tot slot brengt werken met mensen onder invloed, zoals in de horeca of het uitgaansleven, extra risico’s mee.

Maatregelen

Maatregelen om risico’s te verkleinen, zijn:

  • Stel duidelijke huis- en gedragsregels op en maak duidelijk dat SGOG wordt aangepakt.
  • Werk waar mogelijk in duo’s, zodat medewerkers elkaar kunnen ondersteunen.
  • Zorg voor snelle en effectieve hulp, bijvoorbeeld via beveiliging of collega’s.
  • Gebruik digitaal toezicht (persoonsregistratie, camera’s) waar wettelijk toegestaan.
  • Beperk toegang tot de werkvloer tot medewerkers waar mogelijk.
  • Train medewerkers om signalen van mensen onder invloed te herkennen en te reageren op SGOG.

Hoewel het werk zelf niet altijd te veranderen is, helpen deze maatregelen om medewerkers beter te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag.

Lees hier meer over in de volledige handreiking.

Lees verder

Risico’s in de organisatie van het werk

De organisatie van het werk kan het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) vergroten. Bijvoorbeeld als er een gebrek aan toezicht is. Het verhoogt de kans op grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer en daarbuiten, zoals bij borrels of personeelsuitjes.

Risicofactoren

Risicofactoren binnen de werkorganisatie kunnen bijvoorbeeld zijn: nauwe samenwerking in kleine ruimtes of een-op-eensituaties, alleen werken zonder toezicht, en werken in de avond of nacht, met minder omstanders en toezicht. Ook samenkomsten buiten werktijden overnachtingen voor werkgerelateerde activiteiten vergroten de risico’s. Vooral als daarbij alcohol wordt gedronken.

Maatregelen

Met deze maatregelen verklein je de risico’s in de organisatie en zorg je voor een veilige werkomgeving:

  • Stel duidelijke gedragsregels op, ook voor borrels en uitjes.
  • Neem de risico’s van alcohol en drugs mee in de gedragscode voor werkgerelateerde evenementen.
  • Wees alert op het onderlinge gedrag bij nauwe samenwerkingen.
  • Zorg voor toezicht. Bijvoorbeeld door camera’s, of, als er geen direct toezicht is, samenwerking met meer collega’s.
  • Bied snelle en effectieve hulp via beveiliging of collega’s, als dat nodig is.
  • Zorg ervoor dat mensen die geen medewerker zijn niet zomaar toegang hebben tot de werkvloer.

Lees hier meer over in de volledige handreiking.

Lees verder

Gebrek aan diversiteit en inclusie

Een gebrek aan diversiteit en inclusie binnen organisaties kan genderongelijkheid versterken. Dit vergroot ook het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG). Als leidinggevende functies en bestuursposities vooral door mannen worden bekleed, kunnen vrouwen zich minder veilig voelen om zich uit te spreken. Dit geldt ook voor andere ondervertegenwoordigde groepen, op basis van bijvoorbeeld etniciteit, geaardheid, leeftijd of beperking.

Diversiteit en inclusie dragen bij aan de sociale veiligheid en versterken de diversiteit binnen de organisatie. Vooral in de top en subtop is dit belangrijk, omdat leidinggevenden verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beleid en de bedrijfscultuur beïnvloeden. Door diversiteit en inclusie structureel te bevorderen, creëer je een veiligere en gelijkwaardigere werkomgeving, waardoor SGOG minder snel voorkomt.

Risicofactoren

Risicofactoren binnen organisatiestructuren zijn:

  • Een zeer homogene groep die de werkomgeving domineert en hoge posities bekleedt.
  • Geen representatieve personeelssamenstelling die de samenleving weerspiegelt.
  • Ongelijke verhoudingen tussen groepen, zoals tussen mannen en vrouwen.
  • Traditionele mannenorganisaties of sectoren waarin bepaalde functies uitsluitend door vrouwen worden uitgeoefend.

Maatregelen

Met de volgende maatregelen kun je diversiteit en inclusie bevorderen:

  • Ontwikkel een strategie voor het voorkomen en aanpakken van discriminatie binnen de organisatie.
  • Ontwikkel een inclusief aannamebeleid voor een representatieve personeelssamenstelling.
  • Stimuleer gelijke kansen voor alle groepen bij promoties en doorstroommogelijkheden.
  • Vergroot de diversiteit in de top en subtop. Met bijvoorbeeld meer vrouwelijk leiderschap.
  • Maak diversiteit en inclusie een expliciete verantwoordelijkheid van bestuurders en leidinggevenden.
  • Monitor en analyseer diversiteitsdoelen en pas het beleid daarop aan.

Lees hier meer over in de volledige handreiking.

Lees verder

Een gebrek aan tijd en prioriteit

Een hoge werk- en prestatiedruk kan de preventie en aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) bemoeilijken. Medewerkers en leidinggevenden hebben vaak weinig tijd of zien het niet als prioriteit om de cultuur te verbeteren, het gesprek over omgangsnormen te voeren of meldingen op te volgen. Dit risico neemt toe bij reorganisaties, fusies of bezuinigingen.

Door stress of tijdgebrek spreken medewerkers zich bovendien mogelijk niet uit wanneer ze SGOG ervaren of waarnemen. Ze nemen geen tijd om collega’s aan te spreken of een meldingen te doen. Of ze geven geen prioriteit aan preventie en intervisie.

Risicofactoren

Risicofactoren van een gebrek aan tijd en prioriteit zijn:

  • Geen ruimte voor gesprekken over de omgangscultuur.
  • Geen structurele voorlichting, kennisontwikkeling en intervisie over SGOG.
  • Onvoldoende tijd bij leidinggevenden voor de preventie en opvolging van meldingen.
  • Te weinig personeel voor de hoeveelheid werk.
  • Te weinig aandacht voor sociale veiligheid in het werk.

Door werkdruk en stress te verminderen en preventie een vaste plek te geven in het werkproces, draag je bij aan een veiligere werkomgeving.

Maatregelen

Neem hiervoor de volgende maatregelen:

  • Plan vaste momenten voor gesprekken over omgangsnormen en SGOG.
  • Reserveer tijd voor voorlichting en kennisontwikkeling.
  • Maak SGOG-preventie en de opvolging ervan een expliciet onderdeel van het takenpakket van leidinggevenden.
  • Zorg voor een laagdrempelig en eenvoudig meldproces voor melders.
  • Bied medewerkers de ruimte om werkgerelateerde stress te verwerken, bijvoorbeeld in de vorm van verlof, intervisie of psychologische ondersteuning.

Lees hier meer over in de volledige handreiking.

Lees verder

Toets je eigen organisatiestructuur in de Quickscan

De Quickscan geeft inzicht in hoeverre jouw organisatie de juiste stappen zet voor cultuurverandering en de preventie en aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag.