Quickscan

Met deze Quickscan krijg je meer inzicht in of jouw organisatie de juiste stappen zet naar sociale veiligheid en de preventie en aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) binnen jouw organisatie. De scan bestaat uit vier onderdelen: strategie, omgangscultuur, organisatiestructuur en ondersteunend systeem. Let op: de strategie voor cultuurverandering is binnen elke organisatie maatwerk. Houd daar rekening mee bij het invullen van deze Quickscan. Beantwoord elke vraag met ‘ja’ of ‘nee’. Bij sommige vragen, zoals over de omgangscultuur, is het antwoord mogelijk moeilijk te geven. Kies het antwoord dat het best past bij de situatie in de organisatie. Kies je ‘nee’? We sturen je direct door naar de juiste plek op de website voor meer informatie en praktische tips. Let op: Om de vragen goed te kunnen beantwoorden, is het belangrijk dat je bekend bent met de informatie op deze website . Neem deze daarom eerst door voordat je de Quickscan invult. Lukt het vervolgens alsnog niet om de vraag te beantwoorden? Inventariseer binnen je organisatie de verschillende onderdelen, en ga met elkaar in gesprek. Zo kan je tot een antwoord komen!
Strategie
1. Zijn de risico’s binnen omgangscultuur, organisatiestructuur en ondersteunend systeem in kaart gebracht?
2. Is er op basis van deze risicoanalyse een plan van aanpak en strategie ontwikkeld?
3. Zijn deskundigen betrokken bij de risicoanalyse, het plan van aanpak en de strategie?
4. Zijn medewerkers betrokken bij de risicoanalyse, het plan van aanpak en de strategie?
5. Zijn verantwoordelijkheden en taken duidelijk vastgelegd en gekoppeld aan specifieke medewerkers?
6. Wordt samenwerking tussen verantwoordelijke medewerkers gestimuleerd?
7. Pakt de organisatie seksueel grensoverschrijdend gedrag zoveel mogelijk bij de bron aan?
8. Past de organisatie de PDCA-cyclus toe om de aanpak te verbeteren?
9. Benadrukt het plan van aanpak een positieve motivatie, passend bij de kerndoelen van de organisatie?
10. Communiceert de organisatie duidelijk en regelmatig over het plan van aanpak en de urgentie ervan?
Omgangscultuur
1. Voelen medewerkers zich veilig en in staat om elkaar aan te spreken op gedrag, ongeacht hun positie?
2. Kunnen medewerkers zich uitspreken over hoe ze zich voelen, ook bij ongewenste seksuele toespelingen?
3. Geven medewerkers aan vertrouwen in elkaar te hebben?
4. Ervaren medewerkers steun bij elkaar en vragen ze elkaar om hulp in het werk?
5. Moedigt de leidinggevende medewerkers aan om open te zijn over fouten en problemen, en doet die dat zelf ook?
6. Ervaren medewerkers gelijkwaardigheid in de omgang, ook bij verschillen in macht, gender of achtergrond?
7. Ervaren medewerkers dat collega’s respectvol omgaan met wensen en grenzen, ook bij grappen?
8. Zijn er afspraken over fysiek contact tussen collega’s, bijvoorbeeld in een gedragscode?
Organisatiestructuur
1. Is er binnen de organisatie sprake van ongelijke machtsverhoudingen en hiërarchie? Zo ja, welke maatregelen worden genomen om de risico’s hiervan voor SGOG te voorkomen en/of te beperken?
2. Worden er voldoende maatregelen genomen om de risico’s van onzekere posities en afhankelijkheden van medewerkers te voorkomen of te beperken?
3. Vergroot het type werk de kans op seksueel grensoverschrijdend gedrag? Denk aan veel fysiek contact, contact met risicogroepen of mensen onder invloed. Zo ja, worden er maatregelen genomen om deze risico’s te verkleinen?
4. Vergroot de organisatie van het werk het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag? Denk aan een-op-eensamenwerking, in kleine ruimtes werken, werken in omgevingen zonder toezicht, alleen werken in de avond of nacht, samenkomen buiten kantoortijden en overnachtingen voor werk.
4. Is de organisatie divers en inclusief?
5. Is er voldoende tijd en prioriteit voor de preventie en aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Ondersteunend Systeem
1. Heeft de organisatie deskundige ondersteuning voor de preventie en aanpak van SGOG?
2. Heeft de organisatie vertrouwenspersonen en zijn die deskundig, onafhankelijk en goed bekend in de organisatie?
3. Heeft de organisatie een duidelijke gedragscode die samen met medewerkers is opgesteld en goed bekend is?
4. Heeft de organisatie een duidelijke meld- en/of klachtenregeling en is deze voor medewerkers veilig toegankelijk?
5. Hebben medewerkers en leidinggevenden de kennis en vaardigheden om SGOG te voorkomen en aan te pakken?
6. Is er een beslistafel ingericht die meldingen goed en deskundig op kan volgen?
7. Worden meldingen zorgvuldig en adequaat opgevolgd?